Laatst stond in de Telegraaf dat we de buik vol hebben van superfoods. Op zich goed te begrijpen, we willen namelijk ook wel eens ‘gewoon’ eten. Er was sowieso commentaar op de superfoods, maar je ziet wel verbetering optreden als men superfoods eet. Ik heb daarom nooit die ophef gesnapt. Nu hoor je er al een tijdje niets meer over, maar ze zijn er echt nog steeds en ik adviseer ze nog dagelijks.
Als we het over één superfood hebben, dan is het wel kurkuma. Een geelachtig kruid die wat mild bitter smaakt. Als je kurkuma verwarmd met olijfolie, smaakt het vele malen beter en is zelfs erg lekker. De opname verbetert er ook nog eens door! Kurkuma is al bij velen bekend en heeft zijn entree gemaakt als een sterke ontstekingsremmer en zijn pijnstillend effect. Het werkzame stofje van kurkuma is curcumine en behoort tot de polyfenolen. Ik zal je vast voorspellen dat de polyfenolen een nieuwe trend gaan worden. Als je de werking van polyfenolen gaat begrijpen, kom je erachter dat ze niet mogen ontbreken in je voedingspatroon. Resveratrol is ook een polyphenol, veel minder bekend dan kurkuma en als kurkuma op 1 zou staan, dan zou resveratrol waarschijnlijk op nummer 2 staan!
Ik heb een onderzoek gelezen, die ik helaas niet meer kon vinden, dat wanneer ze ratten een slecht dieet gaven, ze na een periode van het krijgen van resveratrol, naast het slechte dieet, ze weer gezond werden. Ze vielen weer af, konden hun weg weer vinden in het doolhof en gingen weer rennen in hun molentje. Dit deden ze daarvoor niet meer! Het lijkt het er dus op dat resveratrol een soort wondermiddel is die je bijna een excuus zou kunnen geven om slecht te kunnen eten.
Ga je googelen op polyfenolen, dan lees je dat zij:
Dat is een hele mooie waslijst aan zeer gunstige effecten op de gezondheid.
Polyfenolen komen voor in druiven, rood en paars fruit, granaatappels, grapefruit, (groene) thee, olijfolie, rauwe cacaopoeder, walnoot, pistachenoten, (pel) pinda’s en andere vruchten en groenten. Ze bevinden zich met name net onder de schil en dan ook in het witte velletje die we af peuteren van onze grapefruit of sinaasappel. Vanaf nu laat je ze daarom ook zitten en eet je ze lekker op zou ik zeggen.
De reden dat ik ze zo interessant vind, is natuurlijk hierboven al genoemd, maar polyfenolen kunnen het effect van vasten (zie een eerder blog) evenaren. Ze stimuleren de mitochondriën in hun werking. Mitochondriën zijn kleine energiefabriekjes die zorgen dat je vet kunt verbranden. Ze zetten processen in gang die ervoor zorgen dat het lichaam sterke anti-oxidanten gaat aanmaken om het lichaam te beschermen, tegen bijvoorbeeld versnelt verouderen.
Nu we met zijn allen alleen maar suikers eten, gaat het lichaam ook niet moeilijk doen en gaat deze suikers gebruiken als energie. De verbranding van suikers is namelijk een veel makkelijks proces, dan het verbranden van vetten via de mitochondriën. De mitochondriën worden daardoor steeds minder actief en de vetverbranding ligt op zijn gat, samen met de aanmaak van anti-oxidanten. Daarmee wordt het ontstaan van allerlei ziekten gestimuleerd!
Met polyfenolen kunnen we het lichaam dus een handje helpen bij het ingang zetten van de juiste processen. Bij mij is er geen consult, waar ik niet het effect van polyfenolen heb besproken. Zij zijn erg belangrijk bij een goede gezondheid en mogen echt niet ontbreken in je dagelijks voedingspatroon!
Aschwin van Diermen
www.leny-mathiz.nl
www.innerfresh.nl
Schrijf je in voor de online webinar
