De functie van de darmen
Zoals u eerder heeft kunnen lezen heeft wat we eten veel invloed op onze gezondheid. Wat er van onze ingenomen voeding door het lichaam wordt gebruikt, wordt echter bepaald door de darmen. Een goede vertering neemt alle nuttige stoffen uit onze voeding op en sluit de slechte buiten. De darmen worden daarmee terecht het regelcentrum van onze gezondheid genoemd.
De darmen hebben als hoofdtaak de vertering van voedsel. Dat wil zeggen, de voedingsstoffen zoals die in voedingsmiddelen voorkomen, geschikt maken om te worden opgenomen en gebruikt door het lichaam. Maar de vertering begint al in de mond, bij het kauwen en vermengen met speeksel. U helpt uw darmen dus met de vertering, door goed te kauwen, en niet te drinken tijdens de maaltijd, zodat de speekselproductie wordt gestimuleerd.
Van de maag naar je dunne darmen
Zodra we het voedsel hebben doorgeslikt, komt het via de slokdarm in de maag. Daar zorgen de maagsappen ervoor dat een deel van de voeding, met name de eiwitten, worden verteerd. De maag kneed het voedsel, zodat het in kleine stukjes in de dunne darm terecht komt. De darmen stuwen de voedselbrij voort, door samentrekkende bewegingen van de darmwand. De dunne darm is wel zeven meter lang, en heeft door zijn sterk geplooide darmwand een oppervlak van 400 tot 500 vierkante meter! Op die manier krijgt de voedselbrij de kans om optimaal in contact te komen met de darmwand, en alle goede voedingsstoffen eruit te filteren.
De voedselmassa passeert normaal gesproken in ongeveer vier uur de dunne darm. De voedingsstoffen worden opgenomen in de bloedbaan en via het bloed naar de juiste plaatsen in het lichaam getransporteerd.
Na de dunne darm volgt zo’n anderhalve meter dikke darm, die zoveel mogelijk vocht opneemt uit wat er nog over is van de darminhoud. De darminhoud doet er ongeveer acht tot vijftien uur over om de dikke darm te passeren.
Dagelijks krijgen de darmen zo’n elf liter voedsel te verwerken. Slechts ongeveer 100 milliliter daarvan verlaat het lichaam als ontlasting.
Stress heeft invloed op je darmen
Maar de darm functioneert bij veel mensen niet optimaal. Door onder andere stress, verkeerde voedingsgewoonten en antibiotica is de vertering verstoord. Obstipatie en diarree zijn zeer veel voorkomende klachten. Obstipatie kan onder andere ontstaan door spanningen, bijvoorbeeld niet naar het eigen toilet kunnen, of niet de tijd nemen voor een toiletbezoek, of een te vezel arme voeding. Maar er kunnen nog veel meer oorzaken zijn van een moeizame stoelgang.
Bij diarree passeert de darminhoud de darm juist te snel, waardoor niet alle voedingsstoffen kunnen worden opgenomen. Ook blijft er teveel vocht in de ontlasting zitten, waardoor u kunt uitdrogen.
Diarree en obstipatie kunnen kortstondig ontstaan door stress of nadat u iets ´verkeerds´ heeft gegeten. Dit is in beide gevallen vrij onschuldig. Maar langdurige diarree en langdurige obstipatie hebben vrijwel altijd te maken met een verstoorde darmflora.
De darmflora is een dikke laag bacteriën die de darmwand bedekt. Deze bacteriën regelen de omzetting van voeding in bruikbare stoffen, maken schadelijke stoffen onschadelijk en spelen een grote rol in onze weerstand tegen ziekten. De kwaliteit van de darmflora bepaalt voor het grootste deel de kwaliteit van de vertering, uw weerstand en daarmee uw gezondheid.